‘Doen Wat Je Goed Doet’ aflevering 27: accordeonist Sander de Goede

Amersfoort - Dit weekend vieren verschillende amateurverenigingen in onze stad hun jubileum. Zo zijn er twee koren die feestvieren: het jonkie kamerkoor Chantatouile dat 35 jaar is geworden en het stokoude Toonkunst Amersfoort dat de 145 jaar aantikt. Een opvallende jubilaris is de Accordeonvereniging Amersfoort (AVA). Zij viert zondag haar 70-jarige jubileum met een uitverkocht concert in de Johanneskerk. Daarom aandacht voor Sander de Goede, accordeonist en slagwerker, in Doen Wat Je Goed Doet.
De accordeon heeft wel een beetje last van een stereotiep beeld. Ook al is het een basisinstrument in diverse wereldwijde stromingen als tango, balkan en klezmermuziek. Veel mensen zien het beeld van De Kermisklanten of piraten voor zich bij een accordeon. Dat is onterecht, het is een veelzijdig instrument dat zich leent voor alle genres, van klassiek tot pop. En dat blijkt ook bij AVA, dat heeft 24 spelende leden telt, verdeeld over twee orkesten.
Sander de Goede praat met veel respect over de accordeon: “Het een trekzak noemen is wel een beetje vloeken in de kerk. Het instrument is in 1821 uitgevonden, met gebruik van techniek uit de mondharmonica en de bekende ‘shanty accordeon’ of bandoneon. Die laatste zie je in oude films, bespeeld door zeelui. Maar die zijn diatonisch, dus bij het duwen en het trekken klinkt een andere toon als je dezelfde toets indrukt. Dat maakt het gebruik ingewikkeld. Een accordeon laat bij beide bewegingen dezelfde toon horen.”
De accordeon zit in het dna van Sander, zijn vader was jarenlang docent accordeon op Muziekschool Amersfoort aan de Zuidsingel. Daar ontmoette zijn vader ook de vrouw die later moeder van Sander zou worden. Zij was er secretaresse, maar speelt ook klarinet. “Ik ben in Soest geboren, mijn vader komt uit Amersfoort. Zodra ik hem kon vasthouden, werd de accordeon min of meer in mijn schoot geworpen. Hij werkte zes dagen in de week, was daar meer dan thuis. Door zijn toewijding, werd ik ook enthousiast. Toen ik zelf ging lessen, hebben we destijds bewust gekozen voor een andere docent. Dat was Petra van Drieënhuizen, ze is nog steeds als leraar accordeon verbonden aan Scholen in de Kunst zoals het nu heet.” De vader van Sander kan door de ziekte van Parkinson helaas geen les meer geven.

Van jongs af aan speelt Sander bij de AVA, daar zijn nu 24 spelende leden, twee ereleden en een dirigent. Het jongste lid is vijftien, de oudste 74 jaar. De interesse in de accordeon leefde op in 2002 doordat Carl Kraayenhof op het koningshuwelijk op zijn bandoneon speelde. De laatste jaren zijn er ook meer mensen op hogere leeftijd die het instrument oppakken. Ze zoeken een hobby, hebben nog een accordeon ergens liggen of willen graag samen muziek maken. Daarom heeft de AVA ook een B-orkest voor de beginnende muzikant en meer dan de helft van de leden daar is de vijftig al gepasseerd.
Sander kon, doordat hij snel leerde, al jong meespelen in een orkest. Naast de AVA speelt hij in Soest mee met zijn accordeon bij Animato en bij harmonievereniging PVO in Soest. Bij die laatste als slagwerker. “Ik denk weleens na over het conservatorium, maar ik zit wel best bij deze drie orkesten. Ik heb wel wensen, maar dat is nog een lange weg. Ik zou graag nog een keer een marimba van het merk Adams kopen. Maar die zijn ontzettend duur, bijna 40.000 euro. Omdat ik het geluid van hout een hele mooie kleur vind, die je niet vaak hoort. Ik zou het ook graag als solo instrument wel een keertje willen leren.”
Borsini
“Mijn eigen accordeon is een uniek exemplaar, omdat er maar twee van gemaakt zijn. Hij is van het merk Borsini dat niet meer bestaat. Een aantal jaar geleden zei mijn leverancier Ronald, werkzaam bij Kees van Willigen in Barneveld, dat hij vond dat ik een nieuwe nodig had. Hij bestelde hem en twee jaar later stond ie er. Hij is met de hand gemaakt in Italië, het duurde dus even voordat ie er was. Een handgemaakte accordeon kost minstens 7000 euro voor een normale versie. Omdat ze op bestelling gaan, kan je ze zo gek maken als je wilt. Dan is 20.000 of 30.000 euro niet vreemd.”
“Er is een plek ten zuiden van de Italiaanse badplaats Rimini: Castelfidardo. Dat is hét accordeon mekka en daar komt alles vandaan. Daar zitten alle grote jongens. Er is ook een merk Piermaria, uit Parijs, die zijn ook heel goed. Maar verder zijn het vaak oostblok of Chinese onderdelen. En dat merk je met het spelen. Je hoort het mechaniek geluiden maken, tussen de noten door. Er is veel verschil tussen een instrument van van duizend euro uit China of een handgemaakte uit italië.”
Sander wil graag van het oubollig imago van zijn geliefde accordeon af. “Door het spelen met orkesten willen we laten zien dat het niet terecht is. Alle verenigingen doen hun best om het beeld om te draaien, de muziek die we spelen is nog best hip. We laten popnummers als Bohemian Rhapsody van Queen horen. Maar ook filmmuziek en zelfs Italo pop hits uit de jaren tachtig.” En daarmee is de accordeon in goed gezelschap, want Italo is terug van weggeweest en ook populair bij danceliefhebbers onder de dertig.
