‘Doen wat je goed doet’ aflevering 25: Treinpoëzie

© Treinpoëzie
Amersfoort - Niet elke kunstenaar wil in de schijnwerpers staan of wordt enthousiast van media-aandacht. Omdat de maker misschien wat schuw is of diegene de eigen creaties belangrijker vindt dan de mens erachter. Of er is een pseudoniem nodig is om nieuwe creaties te maken. Dat laatste is het geval bij Treinpoëzie, een vrouw van in de dertig. Zij vertelt desondanks hier over zichzelf in bedekte termen en over haar werk. Alle aandacht dus voor de mens achter Treinpoëzie in de 25e aflevering van ‘Doen wat je goed doet’.
Treinpoëzie zijn korte gedichtjes, quotes uit het leven gegrepen. Opgevangen in, natuurlijk, de trein. Alles is ooit echt gezegd en enkel op geschreven door de vrouw die hier, onder het pseudoniem Treinpoëzie aan het woord is. “Om dit te kunnen maken moet ik onherkenbaar in de trein kunnen zitten. Dan kan ik ongestoord afluisteren. Als ik herkend word dan gaan mensen stoppen met praten en dan houdt Treinpoëzie op."
“Wat ik doe voelt als het spelen van een rol, het is theater. Ik heb een instagram account waar ik de teksten op plaats. Daar gebeurt het meest, als ik daar reageer op mensen, dan heb ik wel het idee dat ik een rol aan het spelen ben. Ja, ik ben ook een soort acteur dan. Daar heb ik niet eerder over nagedacht”
Treinpoëzie is een vrouw van in de dertig, die vaak ik een trein van of naar Amersfoort zit, en opgroeide in een dorp. “Welk dorp dat zeg ik niet, want dan wordt ik ‘google-baar’. Maar het is niet in de buurt van Amersfoort. Het was een heel fijne jeugd, desondanks ben ik blij dat ik nu niet in een klein dorp woon. Daar is toch minder te doen.”

Verzonnen verhalen

“Ik speelde veel toneelstukjes, mijn oma had een zolder vol met verkleedkleren en ik ging daar veel met neefjes, nichtjes en vriendjes mee spelen. Dan deden we alsof we een film maakten en dan schreef ik weleens het script. Mijn moeder vindt nog wel eens een aflevering van een serie of een musical terug die ik bedacht. Ik maakte ook tijdschriften, kranten, verhalen en gedichtjes. We hadden een computerprogramma, dat heette ‘Mijn eerste krant’. Daar kon je zelf een krant in maken, daarin schreef ik verzonnen verhalen over school of mijn wijk. Of ik maakte een tijdschrift over Barbies”.
Na haar middelbare school een passende vervolgopleiding vinden was lastig. Het lijstje studies van de decaan op de havo bevatte qua schrijven en creativiteit alleen journalistiek. “Ik kwam na een studie communicatie toch uit in de theatersector, waar ik stage liep. Daarna ging ik marketing teksten schrijven. Dat zakelijk schrijven heb ik jarenlang gedaan. Veel in de culturele wereld en voor cultureel erfgoed. Maar in de marketing ben ik uiteindelijk vooral bezig met analyse en cijfers. Toen kwam de wens terug om creatief te gaan schrijven.”
Dat is nu ongeveer zeven jaar geleden. Na schrijfcursussen die ze volgde in de avond, ging ze naar de Schrijversvakschool in Amsterdam. Daar werd Treinpoëzie geboren: “In het eerste jaar kreeg ik les hoe je inspiratie vindt. We kregen de opdracht om mooie zinnen die je hoort, op te schrijven. Ik zit veel in de trein, omdat ik centraal woon in het land, mijn familie en vrienden wonen door het hele land. Ik werk in het oosten en bezoek school en theater in de randstad. Alles wat ik hoorde voor die opdracht, hoorde ik in de trein en mensen vonden dat grappig. Daar ben ik mee doorgegaan en nu heb ik 200 pagina's met allemaal zinnen verzameld.”
Twee werken van Treinpoëzie, ook te vinden op instagram onder dezelfde naam.
Twee werken van Treinpoëzie, ook te vinden op instagram onder dezelfde naam. © Treinpoëzie
Instagram kwam na een half jaar. “Ik dacht ‘ik heb zoveel, ik zet ze op instagram’. Maar niet als mezelf, om mijn werk anoniem te kunnen blijven doen. Er staan nu 189 berichten, dus niet alles haalt de selectie voor insta. Ik bewaar ook zinnen voor de stukken die ik zelf schrijf, voor theaterstukken en gedichten. Dat laatste doe ik onder mijn eigen naam, maar de connectie met Treinpoëzie is daarbij niet zomaar te vinden.”
Pratende mensen in de trein zijn voor anderen vaak een irritatiebron. Bij De Avondshow van Arjen Lubach was deze week een item over bellen in de trein. “Maar ik vind het juist helemaal niet erg. Als je er naar luistert dan wordt het interessant en vanzelf poëzie. Dat komt doordat je vaak dingen herkent of dat het heel grappig is. Bellende mensen prikkelen mij ook omdat je maar één kant van het gesprek hoort.”
“Het kan ook heel persoonlijk zijn en er wordt veel geroddeld in de trein. Goede bronnen zijn vaak groepjes studenten, collega’s of mensen die van een feestje komen. Het kan van alles zijn. Ik zie de mensen vaak niet, ik weet niet hoe ze eruit zien. Ze zitten in een bankje voor of achter me. Ik hoef de mensen die ik quote echt niet te zien, heb ook nooit de neiging gehad om op te staan en even te spieken. De verbeelding is genoeg, net als bij boeken waar je liever niet de film van wil kijken. Ieders eigen fantasie is dan genoeg.”

Favorieten

Natuurlijk heeft Treinpoëzie zo haar eigen favorieten. “Die over het geamputeerde been was wel een ding, die gaat zo: ‘Vorige week is zijn tweede been geamputeerd. Zijn vrouw wil heel graag bij hem weggaan. Maar ze blijft’. Een andere: ‘Ik heb nu zijn nummer al verwijderd. Dus er is nu niets meer aan te doen’, die laat veel meer aan de fantasie over. En deze hoorde ik van de week nog: ‘Gister liep ik naar de bus, lagen er allemaal kroketten op straat. Er lagen er wel twintig. Gewoon op straat en ze waren gebakken’.
Ik kreeg ook een gedicht van iemand die met het gedichtje over het geamputeerde been als basis, een lang gedicht heeft bedacht. Iemand die mensen tekent in de trein, ook stiekem, stuurde mij een boekje met zijn werk. Beide echt prachtig. Ik heb afstand van mijn bronnen in de trein, daardoor ben ik niet snel emotioneel geraakt. Maar ik vind deze heel lief: 'Jouw haar valt vanzelf zo mooi in een scheiding. Sorry, als ik de hele tijd naar je kijk. Maar dat is dus daarom.”
“In poëzie zijn leestekens ook niet gebruikelijk, die laat ik weg. Heel soms gebruik ik een vraagteken. Ik let meer op het ritme, dat dat fijn is als je het gaat lezen. Werk heel bewust dus met de regels en het aantal woorden per regel. Ik heb zin om meer te schrijven, ik heb een tekst geschreven voor theater die voor helft bestaat uit in de trein gehoorde zinnen. Ik hoop dat het ooit zal worden uitgevoerd. Het gaat over twee vrouwen die staan te wachten op de trein. Terwijl ze het over anderen hebben, ontdek je veel over henzelf en komt hun eigen verleden naar boven. Het is een duo-voorstelling waarbij . regisseur en spelers veel vrijheid hebben.
Werk van Treinpoëzie is te zien in het atelier Portiersloge bij de ingang van de Wagenwerkplaats op Soesterweg 244.
Werk van Treinpoëzie is te zien in het atelier Portiersloge bij de ingang van de Wagenwerkplaats op Soesterweg 244. © Nieuwsplein33
Treinpoëzie maakt ook panelen met haar werk, die hingen al op aan het spoor gerelateerde plekken en een festival, o.a. in Utrecht en Zwolle. Haar werk hangt nu in de Portiersloge op de Wagenwerkplaats. Dat is te vinden op het adres Soesterweg 244. En binnenkort ook in Spoorzone Tilburg bij het Ctrl Art evenement. “Die plekken zoek ik zelf of het gaat via-via, ik word er nog niet voor benaderd. Het levert soms een interview als dit op, dat was ook bij eerdere plekken zo. Ik ben al op 3FM genoemd en zo hoop ik dat het steeds groter wordt, zodat mensen het herkennen.”
“Ik zou het leuk vinden als de NS of andere spoorbedrijven iets willen doen met Treinpoëzie. Mijn vrienden zeggen dat Treinpoëzie ook heel goed op schermen in de trein getoond kan worden. Maar het kan dat mensen zich dan meer bewust worden van wat ze zeggen. Dat is niet de bedoeling natuurlijk. Ik zou ook wel een boekje of een scheurkalender willen maken, ik heb er genoeg materiaal voor. Ik blijf doorgaan, het is heel leuk om te doen.”
Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws via nieuws@nieuwsplein33.nl.