Stroomnet in de provincie zo goed als vol, grote gevolgen voor bedrijven en woningbouw

Het is geen nieuw fenomeen. Eerder luidden netbeheerders al de noodklok: de vraag naar stroom groeit harder dan ze kunnen leveren. Uit onderzoek naar TenneT blijkt nu dat de grenzen van het stroomnet in onder andere de provincie Utrecht sneller bereikt zullen zijn dan van tevoren gedacht.

En dat heeft grote gevolgen voor bedrijven die willen verhuizen of zich in de provincie willen vestigen. Voor grootverbruikers, zoals bedrijven en scholen, is het niet meer vanzelfsprekend dat ze aangesloten worden op het net. Zonder maatregelen staan ook grootschalige woningbouwprojecten onder druk. Op dit moment heeft het voor huishoudens nog geen grote effecten.

De vraag naar stroom groeit zo hard dat de grenzen van het regionale net in 2026 bereikt zijn. Dat is ruim drie jaar eerder dan de regionale netbeheerder Stedin verwacht de capaciteit op orde te hebben. Dat vergroot het risico op overbelasting en stroomuitval.

En dat merken bedrijven nu al. In de hele provincie staan 412 bedrijven op een wachtlijst voor een stroomaansluiting. Ook het Amersfoortse Newasco moest lang wachten op zo’n aansluiting. Daarmee leek de verhuizing van zijn bedrijf niet door te gaan.

Dat betekent dat bedrijven en huishoudens slimmer moeten kijken naar de momenten waarop ze stroom gebruiken. Daarover heeft het kabinet nu afspraken gemaakt. Zo moet er gestimuleerd gaan worden in energiehubs. Bedrijven moeten lokaal hun elektriciteitsvraag- en aanbod op elkaar af gaan stemmen.

Ook wil het kabinet dat er afspraken worden gemaakt om op piekmomenten minder stroom te verbruiken. Piekmomenten zijn momenten dat veel mensen tegelijkertijd elektriciteit vragen. Bijvoorbeeld eind van de middag, als de was wordt gedraaid, de auto weer wordt opgeladen en mensen staan te koken. Hiervoor heeft het kabinet 166 miljoen euro vrijgemaakt.