‘Doen wat je goed doet’ aflevering 20: kunstenaar Cathérine Schoenmakers

Leusden - De maand oktober staat voor de deur. In Galerie De Ploegh is dit weekend de laatste kans om de expositie Ontmoeten te bezoeken. Daarin bezochten vijf kunstenaars leden van De Ploegh en vijf startende kunstenaars uit het land elkaar in het atelier van de ander en zochten een werk van de ander uit. Melanie van der Linde bezocht Cathérine Schoenmakers uit Leusden. Daarom vandaag aandacht voor Cathérine in ‘Doen wat je goed doet'.
Haar start maakte ze in het Rijnmondgebied, geboren in 1969 in Poortugaal. Maar dat was van korte duur. Het gezin met vijf kinderen verhuisde al snel naar Veenendaal. “Ik was altijd ziek in Poortugaal, mijn ouders wilden naar een gezondere omgeving en dat werd Veenendaal. Thuis was het altijd druk en zat ik tussen de bollebozen. Ik was de enige die het anders deed. Zij konden allemaal makkelijk leren, ik was meer de doener.”
Zelf doen
“Ik hield veel van dingen maken en verzinnen. Zo heb ik nooit kleren willen kopen. Want dat wat ik in mijn hoofd had werd nergens verkocht. Het klopte niet bij elkaar in mijn hoofd, dus maakte ik mijn eigen kleding. Maar ook de patronen voor het maken van eigen kleding paste ik weer aan. Het moest op mijn manier. Mijn ouders lieten ons heel vrij. Als ik mijn kamer wilde verven dan mocht dat naar eigen inzicht. Ik deed aan toneel en vond het leuk om kostuums te maken. Ik maakte van alles met wat ik voorhanden kreeg. Zoals meubels opknappen, schuren en schilderen.”
In Maastricht heeft Cathérine de Kunstacademie gedaan. Dat was zowel een worsteling als een openbaring voor haar. “Ik was bang dat ik niet creatief genoeg zou zijn, omdat iedereen thuis in de boeken zat én ik kon niet goed tekenen. Mijn kracht ligt niet in tekenen of schilderen of iets maken dat er gelikt uitziet. Het ligt bij mij in de ideeën hebben en dan net zolang doorgaan tot ik het gemaakt heb. Het gaat mij meer om het idee en het concept. Ik ben heel conceptueel in mijn werk. Ik verzin iets en ga net zolang door tot ik iets kan maken. Ik gebruik nooit voorbeelden en daardoor moet ik het mezelf aanleren.”

“Op de kunstacademie was het zo lekker om allemaal mensen om me heen te hebben die waren zoals ik was. Maar ik heb me daar de eerste drie jaar wel onzeker gevoeld omdat ik dacht dat ik het niet kon. In mijn eerste jaar waren er docenten die het niks vonden wat ik deed maar mijn textieldocent heeft voor me gepredikt en vond alles wat ik deed geweldig. In het vierde jaar kon ik eindelijk doen wat ik wilde en heb ik mijn eigen opdracht verzonnen en er op losgaan. Ik ben afgestudeerd met tegenstellingen als onderwerp. Ik gebruikte tegengestelde materialen. Van gebreid tot geweven, alles heb ik gedaan.”
Na haar studie vertrok ze met haar man naar Dublin omdat hij daar een baan bij Microsoft had gekregen. “Ik vond daar een baan bij modeontwerpster Lainey Keogh. Voor haar maakte ik mooie weefsels van verfijnde Italiaanse garen en van hoge kwaliteit. Dat deed ik met een oud weefgetouw dat ik op de kop tikte. Ik was gewend om weefsels met de computer te doen voor 22 schachten, dat is het aantal draden dat je per keer gebruikt. Nu moest ik het ineens met de hand doen en met maar vier schachten.”
Mick Jagger
“De weefsels die ik maakte werden gebruikt in kleding op de catwalk, in musea en voor fotoshoots. Dat ging heel goed. In 1996 won Lainey Keogh met mijn weefsels de prijs voor ‘fabric of the year’. Ze heeft een kledingstuk, gemaakt met een weefsel van mij, aan Mick Jagger kado gedaan. Dior heeft een weefsel van mij in de voering van een jas verwerkt en het heeft ook in het Museum of Modern Art in New York gehangen.”
De komst van hun eerste kind veranderde alles voor Cathérine. “Het werken voor Keogh was heftig. Dat ging zeven dagen in de week door en je moest continu klaar staan. Daar was ik klaar mee na de bevalling. ik kon het niet meer combineren met elkaar. Ik kon mijn kind nergens kwijt als ik moest werken en daarom wilde ik terug naar Nederland.
“We zijn toen terug verhuisd naar Nederland. Mijn idyllische idee was dat ik dan lekker thuis ging weven wat ik leuk vond. We kochten een oud huis in jaren vijftig stijl in Leusden, een opknapper. Daar ben ik dag in dag uit mee bezig geweest. Ik stond om vijf uur op, voor iedereen wakker werd, om naast zorg en opvoeding ook nog iets te kunnen doen.”

Na een aantal jaren verbouwen is Cathérine bouwkunde gaan studeren en heeft daarna een Master Interieurarchitectuur afgerond op kunstacademie Artez. Daar ontdekte ze een nieuwe passie: zachte muren. “Tijdens de master heb ik onderzoek gedaan naar “zachte omgevingen”. Waarom is alles in de bebouwde omgeving altijd hard? Er is nergens een zachte omgeving. Ik kon er geen voorbeelden van vinden. Behalve bij een kinderspeelparadijs of in een snoezelruimte in de zorg. Zo kwam ik op de uitdaging om textiel op zichzelf rechtop te laten staan, zonder frame. Als je iets breit of haakt dan moet je het zo hard aandrukken dat het niet meer zacht is om het constructief te laten zijn. Die samenwerking zorgt ervoor dat het wel werkt.”
Protest
Voor de expositie 'Ontmoeten' in galerie De Ploegh heeft nieuw talent Melanie van der Linde het atelier van Cathérine bezocht en Cathérine die van haar. Ze zochten werk van de ander uit dat ze interessant vonden. “Ze wilde mijn vilten muur zien, die alleen bij exposities te zien is. De rest van de tijd hangt die in tassen aan een kapstok. Nu staat hij in De Ploegh. Ik was onder de indruk van Melanie’s werk, het onderzoekende dat zij heeft net als ik.
"Door een chronische ziekte had Melanie erg weinig energie en was haar bewegingswereld vaak beperkt tot de route naar de opleiding en weer terug. Een bankje op die route heeft ze vijftig keer afgedrukt op verouderd fotopapier en dat leidde tot allemaal diverse beelden. Ook heeft ze van een vergelijkbaar werk een schilderij gemaakt. Omdat ik graag met kleuren werk, heb ik dat werk uitgezocht.” Zo zijn mensen met ervaring en zij die net van de academie kwamen aan elkaar gekoppeld.
Cathérine heeft momenteel een atelier in Leusden maar het pand waar zij en andere kunstenaars een ruimte hebben, wordt begin 2024 gesloopt “Ik ben op zoek naar nieuw atelierruimte en ik vind het moeilijk iets te vinden dat geschikt en betaalbaar is voor een kunstenaar. In Leusden is vooralsnog niets te vinden dus ik richt mijn vizier nu ook op Amersfoort. Ik vind dat Amersfoort heel veel leuke dingen doet en in Leusden merk je dat het een klein dorp is. Er is een open atelierroute en verder is er niet zoveel. Daarnaast heb ik moeite met hoe ze hier bouwen, er is niets meer hier wat oud is. Er wordt te makkelijk omgesprongen met monumenten.”

“Een tijd terug wilden ze het oude gemeentehuis en de dokterswoning afbreken. Daartegen is veel protest geweest waardoor meer monumenten bewaard zijn gebleven. Maar de lintbebouwing van de Hamersveldseweg is wel vogelvrij verklaard zijn en wordt steeds verder afgebroken. Er komt vast weer iets moois, maar de kern van Leusden verdwijnt zo. Toen mijn kinderen klein waren ging ik met naar het centrum en daar was een grasveldje met schapen. Dan denk je ‘ik woon in een dorp’, maar de ziel wordt eruit getrokken.”
De expositie Ontmoeten is nog te zien op 30 september en 1 oktober van 13.00 tot 17.00 uur in galerie De Ploegh aan de Coninckstraat 58.