Door samen te werken met omwonenden kunnen er sneller woningen worden gebouwd

Amersfoort - De ambitie om jaarlijks 1000 nieuwe huizen te bouwen komt steeds verder onder druk te staan. Dat is niet perse een Amersfoorts probleem. Overal in het land lukt het maar moeizaam om voldoende woningen te bouwen. Maar als de gemeente meer samen zou werken met belangenorganisaties en omwonden, zou de bouw van nieuwe huizen wel eens versneld kunnen worden.
De laatste keer dat de afgesproken norm van 1000 nieuwbouwwoningen werd gehaald, was in 2021. Vorig jaar werd die norm niet gehaald en de verwachting van wethouder Astrid Janssen is, dat ook de komende jaren, zeker tot 2025, die 1.000 woningen per jaar niet gehaald worden. Dat is vooral slecht nieuws voor degenen die zijn aangewezen op de sociale woningbouw. Vorig jaar is de norm die daarvoor geldt van 350 woningen per jaar niet gehaald en dat dreigt ook dit jaar het geval te zijn.
Als oorzaak noemt de gemeente zelf de stijgende bouwkosten, hoge energiekosten, maar ook de stikstofproblematiek. Als er al gebouwd kan worden, dan is het de vraag of de woningen wel kunnen worden aangesloten op het energienetwerk. De netwerkcapaciteit in de provincie Utrecht dreigt namelijk vol te raken. Tenslotte zet de val van het kabinet het landelijk beleid voor woningbouw waarschijnlijk op een laag pitje.
Desondanks blijft de wethouder in een raadsinformatiebrief optimistisch: “Er is genoeg plancapaciteit, tot 2030 hebben we zo’n 12.500 woningen in de planning”. Maar of die allemaal voor 2030 gebouwd zullen worden, is dus zeer de vraag. De genoemde problemen lijken ook na 2025 niet zomaar opgelost.
Sociale woningbouw
Het eerste halfjaar werden er slechts 389 woningen gerealiseerd. Van die 389 woningen zijn er 248 nieuwbouwwoningen en 141 overige toevoegingen (zoals transformatie van gebouwen). Verder zijn er in de eerste helft van dit jaar 188 grondgebonden woningen en 201 appartementen gerealiseerd. Exacte aantallen voor sociale nieuwbouw in 2023 zijn niet aangegeven. Gezien deze cijfers zullen dat er niet heel veel zijn.
De gemeente constateert dat bij sociale woningbouw er ook sprake is van sloop en andere zogeheten onttrekkingen, zoals woningsplitsingen en verkoop. Van de totale capaciteit in de plannen zou minstens zo’n 30% sociale woningbouw moeten. Per jaar zo’n 350 woningen. Maar er worden nog steeds woningen gesloopt. Denk bijvoorbeeld aan woningen in Kruiskamp en Liendert.
Tot 2025 is dat aantal sloopwoningen zelfs 290 per jaar. De netto toename van sociale woningen is dus beduidend lager. Dat zou toch een punt van aandacht moeten zijn voor de gemeenteraad.
Woningbouwlocaties
Bij de informatiebrief aan de gemeenteraad zit een overzicht met de huidige bekende woningbouwlocaties die in verschillende fasen in de planning zitten. Het grootste deel daar van is binnenstedelijk in het Eemkwartier, zoals de Kop van Isselt en de Nieuwe stad. Veel van die plannen zijn nog niet in uitvoering. Het Soesterkwartier krijgt ook nieuwe buren op de Wagenwerkplaats. En bij het nieuw te bouwen stadhuis op het zogenoemde Trapezium komen huizen.
De Hoef en Vathorst zijn ook grote bouwlocaties. Van alle locaties wordt vooral in Vathorst nog voortdurend gebouwd. De meeste andere locaties zijn in verschillende fasen van voorbereiding. Door de genoemde problemen is het waarschijnlijk dat juist daar de vertraging zal plaats vinden. In onderstaande tabel staat een overzicht van de bouwlocaties.

Oplossingen
Voor de oplossingen van de problemen wordt vooral gekeken naar het Rijk. Er is al 95 miljoen euro toegezegd aan rijksbijdragen voor de verschillende gebieden. Daar zijn wel al veel voorwaarden aan gebonden. Toch wil de gemeente nog meer ondersteuning bij het Rijk zien te krijgen.
Het bouwen van tijdelijke woningen wordt ook als een mogelijke oplossing gezien. In Vathorst Bovenduist wordt nu geprobeerd om 300 tijdelijke woningen te realiseren, waarvan 240 sociaal. De procedure daarvoor is nog maar net gestart.
Samenwerken
Samenwerken kan helpen om de vaart er weer in te krijgen. Bij de oplossingsrichtingen waar de gemeente zelf naar kijkt om de draad op te pakken, staat: “We werken nauw samen met andere partijen zoals woningcorporaties, ontwikkelaars en investeerders”. Omwonenden en belangenorganisaties worden hier vreemd genoeg niet genoemd. Bij de genoemde risico’s wordt maatschappelijke weerstand wél genoemd als één van de oorzaken.
Door eens wat vaker ook de alternatieve oplossingen van belangenorganisaties te onderzoeken, is die maatschappelijke weerstand wellicht te doorbreken. Een recent voorbeeld is bijvoorbeeld het plan 'Sam' aan de Utrechtseweg. Hier wordt door een samenwerkingsverband van belanghebbenden gewerkt aan een alternatief voor de grootschalige plannen.
Die alternatieve plannen leveren evenveel woningen op en passen volgens hen beter in de omgeving. Eenzelfde situatie deed zich voor in Liendert. Bewoners gaven de voorkeur aan drie lagere gebouwen in plaats van twee heel hoge flats. En ook hier ging het om evenveel woningen. Maar de gemeente wilde perse de twee hoge gebouwen en bewoners bleven gefrustreerd achter.
Door beide plannen uit te werken en deze zonder dwingend advies aan de gemeenteraad voor te leggen, kan de raad gemotiveerd kiezen uit meerdere opties. Dat zou de druk maatschappelijke weerstand misschien al behoorlijk verminderen.