‘Doen wat je goed doet’ aflevering 8: Maartje van den Noort

Amersfoort - Het festivalseizoen is op stoom, maar hier en daar staan ook nieuwe culturele evenementen op het programma. Vandaag aandacht voor een regiogenoot die een kunstvorm beoefent, daar haar geld mee verdient en nu ook samen met haar man exposeert. In deze rubriek 'Doen wat je goed doet' de focus op Maartje van den Noort.
Maartje toont vanaf 12 juli in de Volmolen haar werk van schilderijen geïnspireerd op delen van planten, getoond op vlakken met rustige, natuurlijke kleuren. Het is een dubbel expositie met haar man Ruben van der Scheer (44). “Het is leuk om dit eens samen te doen. En ook nog eens in onze thuisstad Amersfoort. Nathalie Cassée van De Katoendrukkerij in de Volmolen had ons apart van elkaar in de gaten en ons samen gevraagd.” Ruben maakt cirkels, ronde vormen en andere ronde objecten van hout.
“Ik heb een atelier in het Eemklooster. Hij huurt een garagebox bij kennissen op de Verhoevenstraat. Hij draait hout en is begonnen nadat hij veel werk ‘met zijn hoofd’ deed. Hij wilde iets met zijn handen maken, deed de opleiding meubelmaken en is vrij werk gaan creëren. Dat kwam nadat hij Maria van Kesteren had ontmoet. Zij was, tot haar overlijden in 2020, ook kunstenaar en beelddraaier en maakte ook ronde objecten, dozen, 'donuts' en cirkels. Zij schilderde het hout ook vaak, het ging haar vooral om de vorm. Haar stukken zijn museumwerk geworden en door hun vriendschap en inspiratie treedt hij nu in haar voetsporen.”

Maartje van den Noort, nu 42 jaar, werd geboren als dochter van een politieagent in Gouda. Vanwege het werk van haar vader ging het gezin wonen in Zeeland, waar ze grotendeels is opgegroeid. “Zeeland heeft veel invloed op mijn werk. Er is een eenvoud, een kaalheid ontwikkeld bij mij. Het vlakke, zonder poespas. Dat gebruik ik bij het weergeven van de florale wereld, daar trek ik de lijnen mee. Het zit ook in de aanpak van mijn werk. Ik heb denk ik best een rechttoe rechtaan proces”, verklaart ze.
Vanuit de provincie koos ze na de middelbare school voor het Grafisch Lyceum in Rotterdam. De Kunstacademie heeft ze daar ook gedaan. “Zes jaar geleden kozen we voor Amersfoort. We woonden heel fijn in een leefgemeenschap in Amsterdam Oost, maar konden niet tegen de drukte en de prikkels. Ruben is hier opgegroeid in Schothorst, hij wilde eigenlijk nooit meer terug. We hebben jaren rondgekeken en er vijf jaar over nagedacht. Maar het enige waar we ons vertrouwd bij voelden was Amersfoort. Met kleine kinderen schiet je supersnel wortel, je maakt razendsnel vrienden en we wonen heel fijn nu in het Leusderkwartier.”
Ruige drukwerkplaats
“Inmiddels beschouw ik mezelf wel als professioneel kunstenaar. Het duurt bij mij heel lang voordat ik mezelf daarin serieus kon nemen. We leven er beiden ook grotendeels van, al heb ik er vroeger ook thuiszorg naast gedaan. Het is altijd wel heel duidelijk geweest dat ik dingen wilde maken. Dat ik me niet kon committeren aan een baas of iets ernaast.”
Haar vrije werk is Maartje acht jaar geleden weer verder op gaan pakken toen ze kennismaakte met het Grafisch Werkcentrum in Amsterdam Oost. “Daar maakte ik vrienden, het was een ruige drukwerkplaats met sjekkies rokende mannen. Om twee uur in de middag kwam de jenever van stal, daar voelde ik de liefde voor de oude ambacht weer. Ik begon met grafiek maken en kreeg daarna het verlangen om meer te gaan schilderen. Maar dan moet je wel spullen en een ruimte regelen. Dat was nog een drempel voor mij.
Volmolen
Zes jaar geleden was het daar, toen ik ons oudste kind had gekregen. Toen dacht ik: ‘Fuck it’, ik kan wel zeggen dat dit allemaal niets is. Maar waarom doe ik niet gewoon? Want dit doe ik het liefst. Het is niet meer en minder dan wat het is. Ik heb me heel lang op illustraties gericht, ik wist niet wat ik met vrij werk moest beginnen. Schilderen en tekenen dat adem ik, het is een heel natuurlijke manier.”
In de Volmolen hangen vanaf donderdag geweven wandkleden die in draad en garen een kopie zijn van schilderijen van Maartje. Zoals het werk 'Angelica op Rood'.

“Ik vond het ook boeiend wat het zou doen als ik een werk zou omzetten naar een ander materiaal. Gefascineerd door het werk dat gemaakt én te zien is in het Textielmuseum en wat daar gebeurde, maar ik durfde er alleen niet met mijn plaatjes en werk langs te gaan.
Ik had veel geld gespaard in 2018 en werd uitgenodigd bij het Textielmuseum om een project te komen maken in het weeflab en heb dat in vier werken uitgevoerd. Je krijgt een programmeur toegewezen die helpt bij het instellen van het weefprogramma die elke pixel van jouw werk omzet in het weefgetouw naar een combinatie van garen en draden. Dan ga je heel veel tests maken en daarna in spanning een eerste werk uit laten weven (elke centimeter weefwerk kost best wat geld dus voordat je een heel werk laat weven wil je het zeker weten). Vorig jaar heb ik weer veel geschilderd en daaruit zijn opnieuw twee textielwerken ontwikkeld.”
Uitvreters
In de zes jaar dat Maartje in Amersfoort woont is er wel wat opgevallen. “Het viel mij tegen dat er geen echte investering is in broedplekken voor kunstenaars. Ik betaal me scheel voor mijn plek in het Eemklooster. Ik kan dat net opbrengen, maar vastgoed wordt hier wel erg commercieel beheerd. Mensen zien kunstenaars, in breedste zin van het woord, vaak als uitvreters. Maar zij bieden zoveel meer aan de stad en omgeving als ze hun andere blik kunnen werpen op de stad. Ze gaan anders om met de ruimte om hen heen, een kunstenaar is gericht op de ziel en niet op de stenen. Dat vrijbuiters gevoel: geef ze de ruimte en ga maar wat leuks doen. Niet alles hoeft geld op te leveren. In andere steden, groot of klein, bestaan veel meer broedplaatsen en er is meer ruimte voor kunst en cultuur. Dat verrijkt je stad op een manier die mensen eerst niet voor ogen hadden.”

Persoonlijk is er nog genoeg te dromen: “Ik vind het altijd leuk om gevraagd te worden voor een of andere chique expositie of samenwerking met een groep kunstenaars. Dat ik ook weer eens uit mijn eigen ateliertje kom. Maar mijn grootste ambitie is om te komen tot iets waar ik tevreden op terug kan kijken aan het eind van mijn leven. Dat het me gelukt is om nog vrij te kunnen werken. Ik jaag vooral een gevoel van vrijheid na in het schilderen zelf, dat ik niet bezig ben met de context of waar het naartoe moet. Of voor wie het is, dat ik helemaal in de materie zit, gewoon lekker bezig zijn. Soms lukt dat en dan ben ik tijd en ruimte even vergeten. Heerlijk is dat."