‘Doen wat je goed doet’ aflevering 7: Yori Westerink van De Valleibloazers

Amersfoort - Het festivalseizoen is in volle gang. Op het programma staan ook regiogenoten die een kunstvorm beoefenen naast hun normale werk of studie. In deze rubriek 'Doen wat je goed doet' de focus op een van hen. Vandaag: Yori Westerink van De Valleibloazers. Als sousafonist doet hij met zijn mede-muzikanten mee aan het evenement Hoogland Dweilland op zondag 2 juli.
De Valleibloazers bestaan al sinds 1982 en zijn als blaaskapel begonnen. Yori blaast sinds driekwart jaar een deuntje mee op het grootste instrument, de sousafoon. “We zijn nu qua muziek een beetje aan het bekijken welke kant we nu op willen als orkest. We zijn begonnen als een blaaskapel maar steeds meer een dweilorkest. Als blaaskapel speel je af en toe, bijvoorbeeld tijdens carnaval. Als dweilorkest maak je meer show van en richt je je meer op het publiek.”

Yori is geboren en getogen Ermeloër en is van jongs af aan geïnteresseerd in fanfares en dweilorkesten. “In 1995 ben ik op de kleine trom begonnen bij Drumfanfare EDG (Ermelose Dorpsgemeenschap). Daarvoor als bij ons in de straten dan een fanfare speelde, dan ging ik op mijn fiets erachter aan. Dat vond ik zo leuk dat ik les wilde en het slagwerk trok me het meest aan.”
Bij de repetities sloeg de vonk over. “Als je begint bij een vereniging oefen je eerst met je eigen slagwerksectie. Heb je de muziek onder de knie, dan ga je met iedereen tegelijk spelen. Bij zo’n gezamenlijke repetitie zag ik welke kracht er uit zo’n sousafoon kan komen. Ik vond dat geweldig. Je hebt overwicht, iedereen hoort je en ziet je. En je moet moeite doen om er geluid uit te krijgen, ik hou van uitdagingen. Wat je niet kan, kan je altijd proberen. Daarnaast ben ik met mijn 1,77 meter niet heel groot, dus dan is het leuk om zo’n groot instrument te spelen.”
Van kleine trom wilde hij door naar de sousafoon en dat kon bij de fanfare Elkander Getrouw in Terschuur / Zwartebroek en vervolgens dweil- en amusementsorkest De Love Hendels uit Putten. Via deze weg kwam hij zo in Amersfoort terecht. "Ik heb mezelf veel aangeleerd, ging overal tips vragen, begon het steeds leuker te vinden en werd zo steeds beter."
De slagwerker van de Valleibloazers ging met zijn motor naar de garage van een oud trompettist van de Love Hendels en vertelde dat de Valleibloazers een sousafonist zochten. Zo kwamen ze bij Yori. “Je wordt beter in het bespelen doordat muziek steeds uitdagender wordt en je meer lucht en kracht nodig hebt om te spelen. Er is een notenregister om mee te starten en je begint met lage eenvoudige noten en daarna oefen je de steeds meer kortere en snellere noten. De lange noten ga je steeds langer aanhouden zodat je meer lucht krijgt. Je oefent je longconditie, maar je blaast niet alleen met je longen. De kracht haal je uit je buikspieren, je vult longen en de buikholte. Door je longen te trainen kan je meer en langere noten spelen.
De Valleibloazers bestaan sinds 1982 en zijn ontstaan uit de Carnavalleien, in carnavalstijd. Opgericht door onder andere Cees Bonzel, hij is de vader van Angelika die zelf al weer een tijdje saxofoon bij de vereniging speelt. Trompettist Jaap Tijmensen is het langste lid, bijna vanaf het begin van De Valleibloazers. Het oefenen gebeurt bij de Valleibloazers om de week op dinsdag in Hoogland. “We oefenen dan 2 of 2,5 uur onder leiding van Elwin Smit. Ik zit ook in de muziekcommissie, die zich oriënteert op welke muziek we willen en kunnen spelen. Daarbij beluisteren we wat er nu leuk is uit de hitparade, muziek uit de jaren ‘70 en ‘80 en wat spelen andere orkesten? Zodat je een heel breed repertoire krijgt en van alle stijlen wat meepakt.”
“Bij ons kan je nummers horen als Stand By Me van Ben E. King, Una Poloma Blanca bekend van The George Baker Selection maar ook Sweet Child o’ Mine van Guns ‘n Roses. We hebben een feestmedley van een minuut of 13 die speciaal door Wilbert Geurts is gearrangeerd maar ook een medley van rocknummers van een minuut of negen. We delen onze set zo in dat we in blokjes op 15 of 20 minuten uitkomen en dan kunnen we ter plekke altijd bepalen, als we weten hoe lang we kunnen spelen, of er nog een nummer bij of af moet.”
“Voor ieder optreden verzamelen we iedereen, gaan we warmspelen en dan de wedstrijd in. Als je instrument koud uit zijn koffer komt dan heeft hij nog niet juiste toon. Als je allemaal je instrument warm hebt gespeeld, kunnen we met een app op je telefoon bepalen of de noot zuiver is en het instrument met de stembuis aanpassen totdat die noot zuiver is. We speelden met Hemelvaartsdag in Groenlo een wedstrijd en werden we 6e van de 18 deelnemers. Dat is toch een aardige prestatie.” Bij Hoogland Dweilland doen De Valleibloazers ook weer mee met de wedstrijd tussen diverse orkesten en hopen zo te scoren voor eigen publiek.

Zijn brood verdient Westerink als ICT-medewerker bij het Sint Jansdal ziekenhuis in Hardewijk. Hoe goed is hij in het bespelen van je instrument? Hij zegt lachend: “Dat is misschien arrogant om te zeggen misschien, maar ik ben wel goed. Nee, dat is een grapje. ik ben en blijf feitelijk wel een amateur." In de tijd van de De Love Hendels traden we 20 / 30 keer per jaar op en dan 15 jaar lang. Het meest onder de indruk was ik toen ik in Putten bij de Dodenherdenking mocht dirigeren.”
“We hebben een heel leuke groep muzikanten bij elkaar. Toen ik begon werd ik heel warm ontvangen en we zijn heel hecht met elkaar. Er wordt naar elkaar omgekeken, bij ziekte en verjaardagen. Na afloop van de repetitie is er een borreltje, een nootje en een chipje. Er is echt saamhorigheid, het is lekker optreden lol maken en het hoeft niet altijd strak en volgens de regeltjes. Soms kom je ergens aan en speel je op een festival in een dooie hoek. Maar aan het einde van ons optreden staat het dan bij ons vol met mensen, dat zijn de mooie momentjes."