Raymond groeide op in het Soesterkwartier: ‘Een onbeschermde omgeving, zonder regels’

Amersfoort - Raymond Vis (48) groeide op in de volkswijk Soesterkwartier in de jaren negentig. Als jongen had hij het niet altijd gemakkelijk in de rauwe en beruchte wijk, waar hij – soms letterlijk - moest vechten voor zijn plek. Toen wist hij al dat hij er ooit een boek over zou schrijven. Nu decennia later kijkt hij terug op een periode in zijn leven die hem heeft gevormd tot wie hij is: een sterke persoonlijkheid.
Waarom moest dit boek geschreven worden?
Er is volgens mij nog helemaal geen fatsoenlijke roman geschreven die zich afspeelt in Amersfoort. Mijn boek spitst zich echt toe op het Amersfoort van de jaren negentig. Ik had zo veel mooie anekdotes in mijn hoofd zitten. In eerste instantie over het Soesterkwartier, maar later ook over andere delen van de stad. Bijvoorbeeld over het jongerencentrum Plekxat in Kruiskamp en over het uitgaansleven in de stad. Die moest ik delen. Tegelijkertijd hoop ik met het boek over te kunnen dragen dat het niet uitmaakt waar je vandaan komt. Je kunt het altijd maken in het leven.
Hoeveel ervaring had je met schrijven voordat je begon?
Weinig. Lang geleden schreef ik weleens stukjes, maar niet meer dan dat. Ik wilde het met het boek goed aanpakken, dus ik heb eerst schrijflessen gevolgd bij de schrijversacademie in Amsterdam. Ik zat daar vooral tussen de oudere dames. Het was erg leuk. Ik kreeg echt lol in het schrijven. En ik had een fijne coach – Stefan Nieuwenhuis – die me door het hele proces heen heeft getrokken.
Ik voel me nog steeds heel erg op mijn gemak tussen de volkse mensen en de tokkies.
Waarin verschilt de Barry uit je boek het meeste van jou?
Dat is een goede vraag. Barry heeft een enorme bewijsdrang. Hij is in alle opzichten iets extremer dan ik en gaat veel confrontaties aan. En hij kent zichzelf beter. Hij kan zijn gevoel veel beter onder woorden brengen dan ik destijds kon.
Hoe herinner jij je het opgroeien in Soesterkwartier?
Ik ben geboren in de Palmstraat. Het Soesterkwartier was eigenlijk opgedeeld in twee delen, dat gescheiden werd door de Noordewierweg. Dat kun je tegenwoordig nog steeds zien. Aan de ene kant ligt het wat chiquere deel waaronder de Dollardstraat en aan de andere kant van de Noordewierweg ligt de echte volksbuurt. Daaronder valt de Bloemenbuurt en bijvoorbeeld de Soesterweg. Aan die kant groeide ik op. Ik was heel blij met de bibliotheek die in ons deel stond. Ik had echt nergens anders willen opgroeien dan in het Soesterkwartier.
(Interview gaat verder onder de foto)

Hoe zou je het gezin waaruit je komt omschrijven?
Mijn hele jeugd lagen mijn ouders in scheiding met elkaar. Ze kwamen al jong bij elkaar en hadden allebei een ongelukkige jeugd gehad. Allebei de 'benjamins' van grote gezinnen. Mijn vader was bouwvakker en mijn moeder huisvrouw. Later ging mijn moeder ook werken. En daar had mijn vader moeite mee. Hij was daarin ouderwets. Voor hem moest het eten gewoon om zes uur op tafel staan. Mijn ouders hielden echt van elkaar, maar ze waren gewoon veel te jong toen ze samen kwamen. Ik heb veel last gehad van de spanningen in het gezin. Er was ook weinig echte aandacht voor mij. Zodra ik achttien werd ging ik op mezelf wonen, ergens op een zolderberging in Liendert.
Wat typeert het Soesterkwartier uit de jaren negentig het meest?
Je had veel meer kroegen. Alleen in het Soesterkwartier zaten er al tien. Nu zijn dat er nog maar drie of vier. Destijds zat de hele Soesterweg er vol mee. Het zat echt in de cultuur. M’n vader zat veel in de kroeg en ik ook al op jonge leeftijd. Het was een rauwe omgeving, zonder bescherming en zonder regels. Je moest zelf je weg zien te vinden. Alles kon in die tijd. Je had heel veel vrijheid. Daardoor vormde je, met vallen en opstaan, je karakter. Tegenwoordig hebben jongeren veel meer kaders. En ze worden meer gepamperd.
Je schrijft dat Barry wilde ontsnappen uit de wurggreep van het milieu waar hij in opgroeide. Waarom was het zo lastig voor hem om zich daaruit te ontworstelen?
Barry wilde studeren. In die zin had hij beter op de Berg kunnen opgroeien. Maar hij werd kleingehouden. Zijn omgeving zag hem het liefst gewoon met zijn handen werken. Bijvoorbeeld in de bouw, net als zijn vader. Maar die omgeving paste niet bij Barry. Ook niet bij mij trouwens. Dus er was een voortdurende tweestrijd. Barry had niemand om zich aan op te trekken. Dit gold ook voor mij. Gelukkig is mijn vader nu heel trots op wat ik doe en op wie ik ben.
Blijf in jezelf geloven. En ga eens op je bek.
Vriendschap is een belangrijk thema in je boek. Wat versta jij onder vriendschap?
Vriendschap is: wij zijn gelijk. De een is niet meer dan de ander. Als daar op de een of andere manier een disbalans in komt dan gaat het niet goed. Al gebeurt dat natuurlijk altijd. Het schommelt altijd. En dan moet je het daar weer met elkaar erover hebben. Het is soms nog meer werk dan een liefdesrelatie. Iedereen in onze vriendengroep heeft een andere positie. De een heeft veel kinderen, de ander heeft een hoge functie in het bedrijfsleven. We kijken naar wat we van elkaar kunnen leren.
Schrijven werkt therapeutisch voor jou. Hoe zit dat?
Je bent echt alleen met je gedachten, zonder afleiding. Zeker ‘s nachts wanneer ik veel schreef. M'n ouders gingen scheiden toen ik jong was. Ik wist niet wat daar nog onder zat. Ik praat wel makkelijk, maar echte gevoelens tonen is wat anders. De rust van de nacht zorgde ervoor dat als ik over zo'n situatie met mijn ouders schreef ik erachter kwam dat het toch meer met me deed dan ik doorhad.
In hoeverre voel jij je nu nog die jongen uit het Soesterkwartier?
(Raymond lacht) Ergens verandert dat nooit denk ik. Ik voel me nog steeds heel erg op mijn gemak tussen de volkse mensen en de tokkies. Dat zit helemaal in me. Maar ergens houdt het ook op. Ik hou ervan om mezelf te ontwikkelen.
Wat zou je de Barry’s van twintig van nu mee willen geven?
Stap eens uit je comfortzone. Ga eens een andere kroeg in. Het komt allemaal wel goed. Blijf in jezelf geloven. En ga eens op je bek. De jeugd van nu lijkt soms zo bang te zijn om te vallen. Maar door te vallen vind je jezelf veel meer.
Het boek Barry ligt sinds 16 juni in verschillende boekhandels.
