Voetbalvereniging Roda'46 luidt noodklok door torenhoge energierekening
Leusden - Van 35.000 euro per jaar naar 135.000 euro per jaar. De energierekening van voetbalvereniging Roda'46 gaat bijna vier keer over kop. In Den Haag werd begin december gesproken over extra geld voor sportclubs, zodat ze niet omvallen door de hoge energierekening. Maar in Leusden nemen ze volgens RTV Utrecht het heft in eigen hand en halen ze de broekriem vast aan.
Doordeweeks niet douchen, trainingen samenvoegen zodat er minder lampen aan hoeven, de snackhoek (een echte energieslurper) gaat later aan en eerder uit. Voorzitter John Groenevelt van Roda’46 noemt een hele rits maatregelen op. Ze halen flink de broekriem aan bij de vereniging en hopen daarmee de 100.000 euro extra energiekosten te compenseren. Maar of dat lukt? Geen idee.
Sportclubs luiden de noodklok. Het Register voor Verenigingsbestuurders (RVVB) wil meer geld dan de minister Conny Helder van Langdurige Zorg en Sport nu in gedachten heeft. “De zes miljoen euro die de minister wil uittrekken om amateursportverenigingen te ondersteunen bij de oplopende energiekosten is absoluut onvoldoende om de kaalslag die in de sportwereld dreigt te voorkomen”, is te lezen op hun website. Deze week wordt er in de Tweede Kamer verder gesproken over de compensatie voor sportclubs.
Meer geld voor sportclubs
Die 100.000 euro moet ergens vandaan komen, en dat lukt misschien niet alleen door de maatregelen die Roda'46 nu neemt. Ook Groenevelt wil dus dat er meer geld komt voor de sportclubs. Hij noemt het zorgelijk dat er zo veel clubs in de problemen kunnen komen. Zeker gezien de belangrijke maatschappelijke rol die sportclubs vervullen. “De verwachting is dat veel kinderen afhaken omdat ze het niet meer kunnen betalen. Dat zou zorgelijk zijn. Het moet voor iedereen betaalbaar blijven." Minister Helder moet meer geld beschikbaar stellen, meent Groenevelt. Hij wil de contributie niet flink verhogen en de hoge energiekosten op de leden verhalen.
Boudewijn Swier voetbalt al 25 jaar bij club en speelt sinds twee jaar in het tweede elftal op zondag. Hij vindt het thuis douchen na de training geen probleem. “Dat was in coronatijd ook zo, dus ik ben het nog wel gewend.” Ook vindt hij het goed om op die manier een steentje bij te dragen aan de club, benadrukt hij.
Op de vraag wat het met het teamgevoel doet, antwoordt hij: “Je blijft inderdaad minder lang hangen. Want iedereen gaat na de training thuis douchen.” Maar daar heeft hij wel een oplossing voor. “In het weekend halen we het in.”
